Het gezamenlijke opiniestuk Supersnelweg, quo vadis? van Nirov, BNSP, Vereniging Deltametropool en de Nieuwe Kaart van Nederland vraagt in Cobouw aandacht voor de positie van Ruimte bij het Rijk naar aanleiding van het recente regeerakkoord.

Het regeerakkoord belooft een voortvarende aanpak van infrastructuur-opgaven. ‘Niet de tekentafel maar de mens staat centraal’, heet het op de eerste pagina. Een nieuw te vormen Infrastructuurautoriteit krijgt alle ruimte en doorzettingsmacht om de vastgelopen mobiliteit vlot te trekken. Bijvoorbeeld met supersnelwegen. Hoe loffelijk die voorgenomen daadkracht ook moge zijn, er is in dit land meer dan infrastructuur en er is meer dan de urgentie van het hier en nu. Dit land verdient een integraal ruimtelijk perspectief dat ver over de files, over de dijken, over de daken, zelfs over de landsgrenzen heen kijkt. Die supersnelweg loopt namelijk niet van niks naar nergens, maar is een bouwsteen in een ruimtelijke configuratie. Het liefst een configuratie die je zelf opbouwt, niet een die je overkomt.
Het vergt een goed nationaal verhaal om miljardeninvesteringen in infrastructuur te verknopen met miljardeninvesteringen in waterveiligheid, natuur of woningbouw. Natuurlijk moeten gemeenten, regio’s en provincies hun eigen verhalen kunnen maken. Maar er zijn nu eenmaal ruimtelijke opgaven die om een nationale afweging en rijksregie vragen. Een traditie van meer dan vijftig jaar nationaal ruimtelijk ontwerp en beleid leert dat de ruimtelijke ordening daarvoor de inspiratie, de kaders en de instrumenten kan aanreiken. De Canon van de ruimtelijke ordening laat zien dat het nog ergens toe leidt ook. Vitale steden, verrassende landschappen en hoogwaardige infrastructuur komen niet uit de lucht vallen maar blijken mede het resultaat van ruimtelijke keuzes die in het verleden op nationaal niveau zijn gemaakt.
Het nieuwe kabinet belegt de RO primair bij provincies en gemeenten. Als de provincies de aan hen toebedeelde rol goed oppakken is dat een veelbelovend perspectief. Het kan de ruimtelijke ordening dichter bij de burger brengen. Maar altijd blijven er ruimtelijke afwegingen op nationaal en internationaal niveau. Met het oog op waterveiligheid, bereikbaarheid, stedelijke vitaliteit en economische dynamiek.
De integratie van ROM (Ruimtelijke Ordening en Milieu) met Verkeer en Waterstaat in een nieuw departement biedt kansen die er eerder niet waren. Maar het nieuwe kabinet moet Infrastructuur en Milieu wel wikken en wegen vanuit een ruimtelijke visie op Nederland. Als de nationale ruimtelijke keuzes straks in de ambtelijke voorportalen van het Infrastructuur-ministerie worden afgehandeld dan kunnen we daar niet gerust op zijn. De portefeuille Ruimte verdient een stoel in de Trêveszaal. Inclusief tekentafel. Zodat dit kabinet zich alsnog kan buigen over een samenhangend nationaal ruimtelijk verhaal. Niet omwille van de tekentafel, maar ‘zulks ter wille van de samenleving’.
Christine Oude Veldhuis, Nirov
Lex Kwee, BNSP
Paul Gerretsen, Vereniging Deltametropool
Jan Kadijk, De Nieuwe Kaart van Nederland
![]() ![]() |